Energieproductie wind
In het eerste kwartaal van 2023 hebben de windturbines van ons park Kloosterlanden 3.042 MWh geproduceerd. Dat is 11% meer dan de verwachting op basis van de langjarige gemiddelde windsnelheid van 2.738 MWh. Het eerste kwartaal was dan ook somber, wisselvallig en nat.
De gemiddelde marktprijs voor elektriciteit was in het eerste kwartaal met 122 euro/MWh nog steeds veel hoger dan gebruikelijk, maar inmiddels ook alweer flink lager dan het jaargemiddelde van 2022 wat 241 euro/MWh bedroeg. De markt lijkt zich te stabiliseren, maar het is nog te vroeg om te stellen dat deze zich weer herstelt.
Energieproductie zon
Hetzelfde natte en sombere weer heeft er ook voor gezorgd dat de productie van het Sallcon (tegenwoordigKonnectED) project wat tegenvalt. De productie over het eerste kwartaal ligt met 15.928 kWh flink achter op de verwachte productie van 20.160 kWh. Dat is overigens geen reden tot zorg, aangezien de energieproductie uit het eerste kwartaal gemiddeld slechts 16% van de gehele jaarproductie vertegenwoordigt. Met een paar zonnige weken in de lente of zomer is die achterstand snel ingelopen.
Wind en zon zijn niet gelijk!
In een voorgaand artikel is uitgelegd dat zon- en wind de bouwblokken zijn voor een betaalbaar en duurzaam energiesysteem. Zon- en wind zijn niet alleen de goedkoopste vorm van energieopwek (goedkoper dan energie uit fossiele bronnen), maar ook verreweg de schoonste, gerekend naar de CO2 uitstoot per geproduceerde kWh. Het is echter een denkfout om te veronderstellen dat zon en wind als energiebron gelijkwaardig zijn aan elkaar. Windenergie heeft een aanzienlijk grotere beschikbaarheid dan zon-PV, simpelweg omdat het vaker waait dan dat de zon schijnt. Dit is goed te zien aan de hand van het begrip vollasturen. Het aantal vollasturen kan worden gezien als de tijdsduur waarin de energiebron effectief op vol vermogen energie heeft geproduceerd. In Nederland wordt voor zon-PV gerekend met 950 vollasturen. Op een heel jaar (8760 uur) is de beschikbaarheid van zon weer te geven door de faktor 950/8760 = 11%. Dit heet de capaciteitsfaktor van zon. Voor wind op land wordt over het algemeen gerekend met 2900 tot 3600 vollasturen, afhankelijk van de ashoogte van de turbine en de lokale windcondities. Dat komt overeen met een capaciteitsfaktor van 33% tot 41%. De beschikbaarheid van wind is dus 3 tot 4x zo groot als die van zon.
Complementair
Hoe graag sommige politici het ook zouden willen, met alleen zon redden we het niet, omdat een energiesysteem op zon alleen, onrealistisch veel overcapaciteit en opslag nodig heeft. Zon en wind zijn echter complementair aan elkaar. Zonnepanelen leveren de meeste elektriciteit overdag en tijdens hogedrukgebieden, als de zon volop, zonder bewolking schijnt. Windturbines produceren vaak de meeste elektriciteit onder invloed van een lagedrukgebied, als het hard waait en vaak ook bewolkt is. Zon en wind vullen elkaar dus goed aan, waarmee het elektriciteitsnetwerk beter wordt benut en er een constantere levering van elektriciteit is. Daarmee is het ook begrijpelijk waarom netbeheerders streven naar de optimale verhouding van 80% wind en 20% zon in hun netwerken.